Schepenwet
Artikel 42
1
Wanneer de behandeling van eene zaak voor den Raad is afgeloopen, wordt door den voorzitter van den Raad in het openbaar uitspraak gedaan.
2
Deze uitspraak moet een overzicht bevatten van den gang van het gehouden onderzoek.
3
Is door den Raad krachtens het bepaalde in artikel 36 eene bevoegdheid ontnomen, of heeft de Raad tot het ontnemen van eene bevoegdheid niet besloten, hoewel het hoofd van de scheepvaartinspectie daartoe heeft geraden, dan worden aan dit deel van het onderzoek in de uitspraak afzonderlijke overwegingen gewijd.
4
Een gewaarmerkt afschrift van de uitspraak wordt zoo spoedig mogelijk aan Onzen Minister en aan het hoofd van de scheepvaartinspectie toegezonden.
5
De uitspraken worden op door Ons te bepalen wijze openbaar gemaakt.
6
Indien de uitspraak van een Commissie als bedoeld in artikel 26 bis doet vermoeden, dat zich een der gevallen, bedoeld in artikel 34, eerste lid en artikel 48, eerste en tweede lid, voordoet en zich geen geval voordoet, waarin de Raad voor de Scheepvaart de zaak heeft terugverwezen naar de betrokken Commissie, handelt het hoofd van de scheepvaartinspectie als in artikel 29 is aangegeven voor een schip, niet varende met een zeebrief van de Nederlandse Antillen of van Aruba.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.